CHAMAECYPARIS LAWSONIANA 'LANE'
€18,85


De maten & vormen

30/40 staat voor de hoogte van de plant uitgedrukt in centimeter

Bol staat voor bolvorm

Pyr staat voor pyramidevorm

 

Type potten (C,P)

C staat voor container, een plastieken pot.
C met een cijfer, vb. C5 staat voor een container met 5 liter inhoud.

P9 staat een pot van 9 op 9 cm
P11 staat voor een pot van 11 op 11 cm

 

Kluit

Kluit staat voor een plant gekweekt in de volle grond, gerooid met een kluit en toegebonden met een net.

Draadkluit staat voor een plant gekweekt in de volle grond, gerooid met een kluit, toegebonden met jute en vastgemaakt met een ijzeren draad.

 

Blote wortel

Blote wortel staat voor een plant gekweekt in de volle grond, gerooid met wortel.

Blote wortel 3/5t staat voor een plant gekweekt in de volle grond, vertakt met 3 tot 5 takken, gerooid met wortel

 

Type stammen

Hoogstam, vertakking van de boom begint op 2.20 m

Halfstam, vertakking van de boom begint op 1.50 m

Hoogstam 8/10, cijfers drukken de omtrek aan op 1 m hoogte uitgedrukt in centimeter

*Ons matensysteem in detail:

CHAMAECYPARIS LAWSONIANA 'LANE'

Dwergcypres

De dwergcipres Chamaecyparis lawsoniana ‘Lane’ heeft een piramidale vorm en goudgele schubjes. Hij is geen snelle groeier en bereikt een hoogte van 5 meter in tien jaar. Lawson’s dwergcipres, zoals deze ook wel wordt genoemd, is een bekende soort waarvan de diverse cultivars voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Hij is beslist niet dwergachtig, maar heeft een grote, tamelijk smalle zuilvorm. Op hogere leeftijd wordt de stam van onder kaal. De blaadjes zijn schubvormig en liggen dicht tegen de twijgjes aan. De kegels, ‘dennenappeltjes’, zijn klein, slechts acht millimeter in doorsnee, kogelvormig en bruin.

De zeer populaire wintergroene dwergcipressen hebben als herkomstgebieden Noord-Amerika, China, Japan en Taiwan. De naam dwergcipres doet anders vermoeden, maar de oorspronkelijke soorten worden gewoonlijk nogal groot. Er zijn echter veel kweekvormen, waarvan sommige echte dwergen zijn, zelfs geschikt voor rots- en tegeltuinen. Behalve in hoogte en vorm zijn ook veel variaties in kleur beschikbaar. Het loof van de dwergcipres is alleen bij de jeugdvormen (die soms worden doorgekweekt) naaldvormig, bij volwassen vormen worden het schubben. De vrouwelijke bloemen vallen nauwelijks op. De rode of gele mannelijke bloeikegels met de grootte van een erwt zijn wel duidelijk zichtbaar in de bloeiperiode (maart-april).

Chamaecyparis lawsoniana ‘Lane’ groeit het beste op goed waterdoorlatende en voedzame bodem, schrale grond mag hij minder. Aangezien hij ook van nature een boom is die langs de kusten groeit, houdt hij van een goede luchtvochtigheid. Chamaecyparis lawsoniana-cultivars zijn niet dol op kalk en het zijn dus niet bepaald bomen voor op de klei. Zandgrond of lichte leemgrond, goed gedraineerd en aan de zure kant, is prima. Natuurlijk mag op arme grond de bemesting niet achterwege blijven (geen beendermeel geven).

Om een dichte en compacte kegelvorm te bewaren, kan deze conifeer zonodig in juli of uiterlijk augustus in de juiste vorm geschoren of geknipt te worden. Wanneer er planten voor het vormen van een coniferenhaag worden gebruikt, zorg dan dat de haag niet te breed wordt. Pas op: wanneer er in ouder hout wordt geknipt of gesnoeid, zal dit niet meer uitlopen.

Soms komen problemen voor met bladluizen, schildluizen en spint (sparrenspintmijt). Deze laatste veroorzaakt lelijke verkleuring en kan worden bestreden met insecticiden gebaseerd op tebufenpyrad.

Catalogus
Kleur blad
Standplaats
Specifieke kenmerken
Hoogte volgroeide plant